Verschillende soorten beperkingen, verschillende soorten problemen
Onderstaand interview uit 2015 met Judit, Andrea en Zsolt is een momentopname. Hoe het nu met hen gaat, weet ik niet.
Mensen met een beperking ervaren soms
dezelfde problemen, ongeacht de aard van de handicap. Andere moeilijkheden zijn
dan weer specifiek gerelateerd aan de betreffende beperking. Ik sprak in Boedapest met drie personen die
allen een ander soort beperking hebben. Judit Karsai heeft een fysieke
beperking en beweegt zich voort in haar elektrische rolstoel. Andrea Jambor
heeft een auditieve beperking en Zsolt Pal een visuele. Tijdens een
groepsdiscussie vertelden ze alle drie over hun dagelijkse leven met een
beperking in Boedapest.
Staand: Zsolt Pal, Andrea Jambor, ik. Rolstoel: Judit Karsai
Ik begon de discussie met de algemene vraag hoe toegankelijk Boedapest
is voor mensen met een beperking. Judit is van mening dat de toegankelijkheid
van het openbaar vervoer oké is. Zo’n 60% is toegankelijk voor mensen met een
fysieke beperking, alhoewel dat percentage voor haar persoonlijk niet genoeg
is. Ook de winkels en restaurants hebben voorzieningen voor mensen als zij. Het
is voor haar een groter probleem dat ze niet spontaan overal naartoe kan gaan.
‘Ik heb geen rijbewijs. Ik heb hulp nodig om ergens te geraken. Het mooiste zou
zijn wanneer ik een familielid had met een aangepaste auto. Ik leid nu geen
zelfstandig leven.'
Andrea maakt gebruik van gebarentolken als ze naar het ziekenhuis of een
overheidsinstantie moet. De tolk kan er persoonlijk zijn of ze communiceert met
hem via een tablet. Ze heeft de indruk dat de meeste mensen wel bereid zijn te
helpen. Alleen weet niet iedereen dat op de correcte wijze te doen. Als er geen
gebarentolk aanwezig is, beoefent Andrea het liplezen. Op zo’n moment is het
belangrijk dat mensen haar aankijken en duidelijk articuleren. Daarnaast heeft
ze ook een hoortoestel. Reizen met het openbaar vervoer is niet eenvoudig voor
mensen met een auditieve beperking. Er zijn schermen die de volgende halte
aankondigen. Wanneer de bestuurder iets speciaals omroept, kan Andrea het
echter niet horen. In Hongarije leven zo’n één miljoen mensen met
gehoorproblemen. De oorzaak daarvan houdt voor het merendeel verband met de
leeftijd.
Zsolt heeft vooruitgang gezien sinds hij 13 jaar geleden in Boedapest
kwam wonen. Hij vindt zijn weg met het openbaar vervoer, maar heeft hulp nodig
wanneer hij op een concrete plek moet zijn. Navigatie applicaties blijken dan
niet altijd even betrouwbaar. Ik vraag hem of hij een blindengeleidehond heeft.
‘Nee, die heb ik niet. Er zijn maar 1.000 van zulke honden in heel Hongarije.
Daar bovenop: honden hebben problemen met roltrappen en zijn geen taxi. De hond
gaat dezelfde richting uit als jij. Je moet de bestemming zelf vinden. '
Financiële ondersteuning niet voor
iedereen
Er bestaan verschillende uitkeringen en vergoedingen voor Hongaren met een beperking. Niet
iedereen uit de doelgroep zal ze ook allemaal krijgen. Er zijn strikte
voorwaarden aan verbonden en bij sommige speelt ook de mate van beperking een
rol. Allereerst is daar de handicaptoelage. Iedereen die in zekere mate
gehandicapt is, heeft recht hierop. Het is niet genoeg om van te leven. Wie
(terug) aan het werk kan, heeft eveneens recht op een herplaatsingsuitkering.
Andrea, moeder van drie kinderen, krijgt geen enkele uitkering. ‘Mijn
spraakvermogen is goed genoeg. Ik begrijp mensen en vice versa. Ik krijg
financiële ondersteuning van de overheid voor mijn hoorapparaat, maar die wordt
voor slechts 70% vergoed. Zo’n hulpmiddel gaat vier of vijf jaar mee, terwijl
je de ondersteuning slechts eens in de zes jaar ontvangt. Wanneer ik zelf een
nieuwe moet kopen, krijg ik dus niets vergoed. Ik heb gehoord dat mensen in
Noorwegen wel drie hoorapparaten krijgen vergoed! Als mijn baby ‘s nachts
huilt, kan ik dat zien via een speciaal apparaatje. Dat begint dan licht te
geven. Het is niet goedkoop in de aanschaf en opnieuw vergoedt de overhead niet
de hele aankoopprijs.'
Werken met een beperking in Hongarije
In West-Europa is het voor mensen met een beperking soms moeilijk om aan
werk te komen. Hoe zit dat in Hongarije? Judit werkt voor de Budapest
Association of Persons with a Physical Disability. Haar voornaamste taak is het
vertalen van teksten in het Hongaars vanuit het Engels. Andrea heeft een
diploma voor drogist, maar is nu thuis bij de kinderen. Zij is lid van de raad
van bestuur van SINOSZ, de
belangenvereniging voor mensen met een auditieve beperking. SINOSZ telt 14.000 leden. Zsolt is van opleiding politiek
wetenschapper, maar werkt voornamelijk als coach. Dit kan zijn als life coach
of coaching met betrekking tot
leiderschap, ontwikkeling en strategie. Volgens Zsolt is een gebrek aan goede opleiding het
grootste struikelblok voor mensen met een beperking. 'Veel gehandicapten kunnen
geen baan vinden, omdat ze onvoldoende gekwalificeerd zijn. Zo’n 40% heeft
alleen middelbaar onderwijs gevolgd. Onder niet-gehandicapten ligt dat
percentage op minder dan 25%.’ Judit reageert: 'Ik heb een universitaire graad,
maar mensen denken dat ik laaggeschoold ben wanneer ze mijn beperking zien.
Werkgevers zijn niet enthousiast over mensen met een beperking. ' Zsolt: 'Bedrijven
zijn op zoek naar gekwalificeerde werknemers met een beperking. Die zijn
moeilijk te vinden.’ Andrea denkt dat het grootste probleem is dat een
beperking als een ziekte wordt beschouwd, als iets dat niet normaal is.
Dat brengt mij bij het volgende onderwerp. Hoe kijken Hongaren in zijn
algemeen aan tegen mensen met een beperking?
Niet-gehandicapten snappen dagelijkse
problemen niet
Judit, Zsolt en Andrea zijn alle drie van mening dat Hongaren zonder
beperking de specifieke moeilijkheden die mensen met een beperking dagelijks
ervaren niet begrijpen. Soms draait het om een gebrek aan kennis, maar op
andere momenten lijken ze er gewoon niet op te willen anticiperen. Andrea heeft
vaak moeite iemand te begrijpen, omdat de persoon te ver weg zit waardoor ze
niet kan liplezen. Als ze dit niet expliciet verduidelijkt, denkt men dat ze
stom is. Een ringloop in overheidsgebouwen zou al veel oplossen. Alhoewel zo’n
voorziening bij wet verplicht is, zijn er niet veel overheidsinstellingen die
er een hebben.
Zsolt is positiever. ‘Mensen
helpen me wanneer ik ze erom vraag. Zolang ik
mijn witte stok gebruik. Zonder die stok kijken ze me vreemd aan. Een stok,
een rolstoel. Het zijn de eerste dingen waaraan niet-gehandicapten zien dat je
een beperking hebt. Natuurlijk zou ik ook zonder de witte stok directe
assistentie wensen. Er is nog veel voorlichting nodig om dat te realiseren.
Bijvoorbeeld onder bankmedewerkers, medewerkers op het postkantoor. Niet te
vergeten de gezondheidszorg, de brandweer …’ Judit vult opnieuw aan: ‘Degenen die werken in de medische sector weten
niets over hoe om te gaan met personen met een beperking. Dat geldt voor artsen, tandartsen. Sommige gehandicapten
krijgen geen tandartsbehandeling, omdat die niet weten hoe ze met hen om moeten
gaan.’ Zsolt noemt ook mensen met autisme,
aangezien zij zich niet altijd goed kunnen uiten.
Andrea eindigt dit onderwerp met een persoonlijke ergernis. ‘Als ik in
een wachtruimte zit en mensen worden omgeroepen om naar binnen te gaan, zit ik
daar maar te wachten terwijl iedereen voor zijn beurt gaat.’ Zsolt heeft
dezelfde ervaring, maar dan andersom. ‘Ik wacht totdat ik mijn naam of nummer
hoor, terwijl het alleen op het scherm verschijnt ...’
Nog genoeg om te verbeteren
Tot slot van deze kleine groepsdiscussie vroeg ik alle deelnemers wat
zij het moeilijkst vinden aan het leven met een beperking in Boedapest. Judit
is het minst positief: ‘Alles in Boedapest is moeilijk. Op de eerste plaats
komt voor mij het organiseren van een zelfstandig leven. Als je geen
toegankelijk appartement hebt, ben je afhankelijk van hulp. Ik regel mijn eigen
leven thuis, maar als ik ergens naartoe wil, heb ik hulp nodig. Iemand moet dan
de toegankelijkheid van die plek controleren. De meeste hotels realiseren zich
niet wat het verschil is tussen wel of niet toegankelijk zijn. Het is
belangrijk zelf een positieve houding te hebben. Je moet niet alleen het
probleem zien.’
Voor Andrea is het krijgen van de juiste informatie het grootste
probleem. ‘Op school kon ik niet altijd begrijpen wat de leraar vertelde. Ik gaf
je al het voorbeeld van het reizen met de bus. Als mensen te zacht praten of
met gesloten mond, heb ik een probleem ze te begrijpen. Er zijn regels hoe je
goed met een dove/slechthorende kunt communiceren. Mijn arts bijvoorbeeld leerde
hoe het juist te doen.'
Ook Zsolt ondervindt de meeste moeilijkheden met simpele dagelijkse
zaken. De juiste schoenen en kleding kopen. Plekken en huisnummers vinden. Voor
één probleem heeft hij een praktisch hulpmiddel. ‘Als ik mijn handtekening op
een officieel document moet zetten, gebruik ik een speciale kaart. Er zitten
twee gaten in, een grote en een kleine. De kaart moet worden gelegd op de plek
waar ik moet tekenen.’
Toegankelijke tram in Boedapest
Laten we eindigen met een positieve ontwikkeling die Zsolt noemde. In
2014 won Boedapest de Toegankelijkheid Award voor het openbaar vervoer. De
metro, de trams (alhoewel nog niet alle)
zijn aangepast aan mensen met een beperking. Boedapest gebruikt ook moderne
technologie om meer toegankelijk te worden, zoals aanraakschermen voor de
blinden. Wat toegankelijk is voor de één is dat echter niet per se voor de
ander. Sommige mensen met een fysieke beperking zijn niet in staat deze
schermen te gebruiken.
Dit maakt de cirkel weer rond. Elke persoon met een beperking, waar
hij/zij zich ook bevindt, ervaart zijn/haar eigen moeilijkheden. Het is
hetzelfde in Boedapest.
Copyright tekst en foto: Johan Peters, 28 mei 2015 - ...