‘Een handicap is iets waar je trots op mag zijn’

In welk opzicht bepaalt je
handicap je leven?
In praktisch opzicht heeft
mijn spastische lichaam een grote impact op mijn leven. Mijn lichaam kan
feitelijk niets. Mijn handen kunnen mijn elektrische rolstoel besturen, maar ze
kunnen niets pakken en niet strelen. Mijn benen kunnen niet lopen en mijn mond
praat en kust anders dan ‘normaal’. Maar dat is allemaal niet meer belangrijk
dan bijvoorbeeld de kleur van mijn ogen, ik noem maar wat. Wat funest is, is
welk beeld anderen van mij hebben zodra ze mijn lichaam zien. Mensen, lang niet allemaal, denken dat ik zielig ben, dat ik een laag IQ heb, dat ik enkel
een zorgobject ben. Mensen bedenken ook allemaal regeltjes voor mensen met wat
ik noem een ‘niet-regulier lichaam’. Zo hoeft een eventuele werkgever mij
bijvoorbeeld minder te betalen, omdat ik minder zou kunnen. De twee werkgevers
voor wie ik in het verleden heb gewerkt, maakten daar gelukkig geen gebruik van.
Zij stelden dat ze mij hadden aangenomen op grond van mijn kwalificaties. Dat
soort denkbeelden en regels maken het leven met mijn spasticiteit zwaar.
Was het een bewuste keuze
om professioneel als kinder- en gezinscoach te gaan werken?
Ik heb tot mijn grote spijt
tot en met de mavo op speciaal onderwijs gezeten. Na de mavo moest ik een
beroepskeuzetest doen. Daaruit bleek, wat ik allang wist, dat ik leerkracht op
een basisschool wilde worden. Dat werd mij zonder meer afgeraden vanwege mijn
spastisch lichaam. Zelf begreep ik ook dat het moeilijk zou worden om voor de
klas te staan/zitten. Niemand vertelde mij toen dat ik ook zoiets als
pedagogische wetenschap kon gaan studeren. Anders had ik dat gedaan. Ik ben
agogiek gaan doen en ik heb zo’n 25 jaar betaald in de gehandicaptenemancipatie
gewerkt. Toen kreeg ik toch weer het idee dat ik mijn roeping had gemist.
Daarom ben ik kinder- en gezinscoaching gaan doen en nu run ik mijn praktijk
‘Buiten de lijntjes’. Ik sta open voor alle kinderen en hun gezinnen, maar ik
denk/vind dat er best wat meer aandacht mag zijn voor kinderen die bij of kort
na hun geboorte een lichamelijke handicap hebben opgelopen. Dat moet een schok
bij ouders teweeg hebben gebracht en die schok moet iets hebben gedaan met de
psyche van die kinderen. Daar zou ik graag meer onderzoek naar willen doen,
maar de deskundigen in Nederland willen daar niet aan.
Hoe zou zo’n onderzoek
eruit moeten zien?
Ik zou een onderzoek
willen doen met als centrale vraag of kinderen die vlak voor, tijdens of vlak
na hun geboorte een lichamelijke handicap hebben opgelopen last hebben
van hechtingsproblemen. Ik kan me namelijk heel goed
voorstellen dat in de hechting met de ouders problemen kunnen zijn ontstaan
omdat de ouders geschrokken zijn van de handicap en ineens in een
medisch circuit terecht zijn gekomen, waardoor ze - al
is het maar voor een korte periode – minder plezier hadden in hun kind. Volgens mij voelt een
baby dat en kan dat hechtingsproblemen als gevolg hebben.
Hechtingsproblemen uiten
zich in dingen als een introvert of juist extrovert gedrag, een laag zelfbeeld,
geen vriendschappen of relaties kunnen aangaan en in standhouden,
enzovoorts. Dat is dus tamelijk ingrijpend voor iemands welbevinden. Als
je zou weten of er echt iets misgaat in die eerste hechting, kun je
gaan kijken hoe je ouders en baby's daar de goede ondersteuning in kan
geven om de schade te beperken. Nu is er in
Nederland een professor die een hoog aanzien heeft als het om hechtingsproblemen gaat.
Deze man beweert dat het wel speelt bij baby's met een verstandelijke
handicap, maar niet bij baby's met een lichamelijke handicap. Zijn
argument is dat het ‘niet bewezen is dat het wel zo is’. Maar er is
gewoon nooit onderzoek naar gedaan. Ik ben drie jaar bezig geweest om de
handen op elkaar te krijgen voor zo'n onderzoek, maar iedereen
die hier met hechting bezig is, draagt die man op handen en reageert
afwerend op mijn plan. Ik kom er niet doorheen.
Je gebruikt consequent het
woord handicap in plaats van beperking. Waarom is dat?
Een handicap is iets waar
je trots op mag zijn. Kijk maar naar de paardensport of naar golf. Een beperking
geeft aan wat je niet kunt.
Je hebt veel publicaties op
je naam staan over hoe andere mensen tegen hun leven met een handicap aankijken.
Hoe kijk je tegen je eigen leven aan?
Ik zie mijn leven met een
spastisch lichaam gewoon als een manier van zijn die nu eenmaal bestaat en
gewoon oké is. Ter ere van mijn 60e verjaardag schreef ik daar het
essay ‘Want dit is mijn eigenwijs lichaam’ over. Helaas ervaar ik mijn leven
met een handicap in Nederland als lastiger dan nodig zou zijn. Het klinkt wat
narrig, maar eigenlijk is niets echt goed geregeld. Je krijgt een uitkering, je
krijgt zorg (die niet altijd goed is geregeld) en je krijgt voorzieningen zoals
een rolstoel, enzovoorts. Maar mensen met een handicap en mensen zonder
handicap leven nog steeds in twee werelden en er wordt nog steeds van je verwacht
dat je niet betaald werkt, niet vrijt, geen gezin hebt, enzovoorts. Als
je dat toch wilt, net als ik, moet je veel bevechten. Ook daarover schrijf ik
in mijn essay.
Ik vind het leuk om te
kunnen vertellen dat binnenkort mijn derde kinderboek uitgebracht wordt. In
mijn kinderboeken komt altijd een kind met een handicap voor, omdat ik dat mis
in bestaande kinderboeken. Een gemis voor kinderen die zelf een handicap
hebben, want zij verdienen rolmodellen, en een gemis voor kinderen zonder
handicap. Zij komen veel te weinig in contact met gehandicapte
leeftijdsgenoten.
Ik blijf hoe dan ook doorgaan met waar ik nu mee bezig ben, maar ik hoop dat het met minder strijd gaat zijn.
In haar essay 'Want dit is mijn eigenwijs lichaam' lees je meer over de persoonlijke ervaringen van Yvette met haar handicap. Het valt te bestellen door je naam plus adres te mailen naar: info@yvettedenbrok.nl en 10 euro over te maken op IBAN NL84 INGB 0006 0013 53 t.n.v. Y. den Brok. Haar overige publicaties vind je terug op haar site: http://www.yvettedenbrok.nl/