‘Ik kan het niet alleen, er moet een beweging ontstaan’

Je zit nu een jaar in de Tweede Kamer voor het
CDA. Bevalt het?
Jazeker! Zo’n eerste jaar in de politiek is natuurlijk wennen. Zeker als
je, zoals ik, geen politieke achtergrond hebt. Dat betekent goed om je heen
kijken, je verbazen over hoe dingen gaan, vragen stellen, leren van voorgangers
en collega’s en vervolgens je eigen stijl ontwikkelen. Je kunt immers op veel
manieren Tweede Kamerlid zijn. Sommigen zijn dossiertijgers of geweldige
debaters, ik wil vooral die volksvertegenwoordiger zijn die de stem is van
mensen met een handicap, van ouderen, van de LHBTIQ+-gemeenschap, van
cultuurmakers. Kortom, van al die groepen die zich nu te weinig gehoord voelen
door de politiek. Hun geluid laten doorklinken in Den Haag past bij mij en past
ook bij wat ik in het verleden als presentator en televisiemaker heb gedaan. Ik probeer de frisse blik van buiten in de
Tweede Kamer te zijn.
Heb je het idee dat je al je stempel kunt
drukken inzake de beleidsterreinen waar je over gaat?
Steeds beter. Ik ben woordvoerder gehandicaptenbeleid, langdurige zorg,
media, cultuur en emancipatie. Onlangs is een voorstel van mij en een
collega-Kamerlid aangenomen dat de regering verzoekt ervoor te zorgen dat
mensen met een langdurige of levenslange handicap niet ieder jaar opnieuw
hoeven te bewijzen dat ze gehandicapt zijn om zorg en ondersteuning te mogen
aanvragen. Dat is hartstikke belangrijk, want het is schandalig dat iemand die
bij wijze van spreken zijn benen moet missen keer op keer moet aantonen dat hij
niet kan lopen. Maar eerlijk is eerlijk:
niet alles lukt. Niet voor al mijn ideeën krijg ik in de Tweede Kamer meteen
voldoende handen op elkaar. Juist dat maakt me fanatiek en strijdbaar. Lukt het
niet linksom, dan misschien rechtsom of beter nog door het midden.
Wat is jouw indruk van hoe in de Tweede Kamer in
zijn algemeen de positie van Nederlanders met een beperking wordt beoordeeld
(financieel, inclusie, gezondheid)?
Het is in Nederland niet goed gesteld met de positie van mensen met een
handicap, ondanks al onze goede bedoelingen en mooie woorden. We praten er veel
over, ook in de Tweede Kamer, maar veel mensen met een handicap kunnen nog steeds
niet of onvoldoende meedoen in de samenleving. En dan hebben we het toch al
gauw over een paar miljoen mensen. Zij ervaren letterlijk drempels bij
bijvoorbeeld het binnengaan van gebouwen, het bezoeken van evenementen of het
doen van online aankopen in webwinkels. De kloof tussen mensen die wel en die
niet mee kunnen doen, wordt zo steeds groter. Dat is een slechte ontwikkeling,
te meer daar sinds 2016 in Nederland het VN-Verdrag inzake Mensenrechten van
Mensen met een Handicap geldt. Hierin staat de verplichting om de positie van
mensen met een handicap te verbeteren. Maar met de ratificatie alleen zijn we er
nog lang niet.
Daarom pleit ik al enige tijd voor een ‘regeringscommissaris voor toegankelijkheid’. Hij/zij moet het publieke gezicht van gehandicapt Nederland worden. Iemand die politiek, bedrijfsleven en maatschappij bij de les houdt. Die aanjaagt, bewust maakt en adviseert. Omdat niemand mag worden buitengesloten. Des te vreemder is het in dit licht bezien ook dat mensen met een handicap op dit moment niet onder het emancipatiebeleid van de Nederlandse regering vallen. En dat het beleid ten aanzien van gehandicapten is versnipperd over diverse ministeries. Niemand coördineert, er is niemand eindverantwoordelijk. Hierdoor vallen mensen tussen de wal en het schip. Dat is frustrerend.
Hoe probeer jij die gedachtegang bij te sturen?
In eerste instantie door me uit te spreken tijdens debatten in de Tweede
Kamer, maar bijvoorbeeld ook in de media. En ik weet waar ik het over heb. Ik
verzamel verhalen, stel vragen en kom met voorstellen. Over het ontbreken van
mensen met een handicap in het emancipatiebeleid mocht ik mondelinge vragen
stellen in het wekelijkse Vragenuurtje in de Tweede Kamer. De minister had geen
goed antwoord, of eigenlijk helemaal geen antwoord. Dat zag de buitenwereld ook
en dit brengt vervolgens een discussie op gang. Daar begint het mee. Wil je
iets veranderen, dan is een motie (voorstel) van mij niet genoeg. Er moet een
beweging ontstaan.
Ben je zelf op dit moment bezig met wetgeving
specifiek voor de doelgroep mensen met beperking (wetgeving vanuit de regering
of wellicht een eigen initiatiefwet)?
Ik werk aan verschillende initiatieven. Een ervan gaat over het beter
laten werken van de gehandicaptenparkeerkaart. Een ander over de
toegankelijkheid van evenementen voor mensen met een handicap. Die is nu niet
op orde. Dat begint al met het kopen van een online kaartje. Veel websites zijn
niet toegankelijk voor mensen met een handicap. Denk aan mensen die niet goed
kunnen zien en er bij gebaat zijn dat letters kunnen worden vergroot en woorden
niet te dicht op elkaar staan. Veel overheidswebsites en websites van bedrijven
voorzien daar niet in, hoewel er al wel wetgeving voor is of aankomt. Daar
moeten we dus iets mee (Nederlandse overheidssites zouden al meer dan een
jaar goed toegankelijk moeten zijn volgens een Europese richtlijn, maar slechts
bij een paar websites is dat al het geval, red.).
Wat vind je zelf dat er verbeterd moet worden op
het gebied van gehandicaptenbeleid, Wmo, Wlz?
Nederland heeft het VN-Verdrag Handicap ondertekend. Dat is mooi, maar
er wordt te weinig invulling aan gegeven. Laten we daar eerst eens mee
beginnen. Hier heb ik wel de gemeentes bij nodig, want die moeten met het
verdrag aan de slag. Voor elkaar krijgen dat hun stad of dorp toegankelijk en
inclusief is voor iedereen. Vanuit Den Haag kan ik signaleren, aanmoedigen,
ondersteunen en waar nodig de minister aan het werk zetten. We moeten het
uiteindelijk samen doen.
Sta je in contact met organisaties als
Ieder(in), Visio, Koninklijke Auris groep etc.?
Jazeker. Ik heb een groot netwerk en overleg regelmatig met deze en veel
andere organisaties. Ze hebben altijd waardevolle input. Ook ga ik graag op
bezoek bij de mensen voor wie ik op wil komen. Dat doe ik op de maandag en de
vrijdag, de dagen waarop in de Tweede Kamer meestal geen debatten en stemmingen
zijn. Praten met de mensen over wie het gaat. Dat is zo belangrijk. En vooral
heel inspirerend.
Wat mogen we de komende jaren nog van je
verwachten als Kamerlid?
Dat ik iedere dag opnieuw zal opkomen voor mensen die dat om wat voor
reden dan ook niet zelf kunnen. Ieder mens verdient een kans om geluk na te
streven. Of je nu ouder bent, deel uitmaakt van de LHBTI-gemeenschap, moeite
hebt met lezen en schrijven, in armoede leeft, of een handicap hebt. Niemand
mag worden buitengesloten.
Copyright
tekst: Johan Peters, juli 2022 - …
Copyright
foto: CDA